Pagina's

vrijdag 19 juli 2013

DE WIKE FAN DE FRIJE WIKEN

Natuurlijk doet Museum Opsterlân mee aan de Wike fan de Frije Wiken. Dankzij een bijdrage van het Lammert Heeringa Fonds en de Provincie Friesland in het kader van het project Cultureel zw-Erfgoed heeft het museum de beschikking gekregen over tablets en wil dat ook in die twee weekenden breed promoten. De eerste zaterdag kan iedereen de rondwandeling maken tussen 11.00 en zeg 16.00 uur, want iedereen moet wel om 17.00 uur terug zijn in het museum. De rondwandeling duurt ongeveer drie kwartier. Als niet-Gorredijker heb ik nooit geweten hoeveel geschiedenis er te zien is in deze plaats. Het is zeker de moeite waard. Zo kregen we deze week ook de vraag of er een lijst bestond van mensen die begraven lagen op de oude begraafplaats die ook opgenomen is in de rondwandeling. Helaas is dat niet het geval. Maar U kunt wel indien U dit wilt de sleutel hiervan meenemen. Maar behalve de rondwandeling kunt U ook het museum bezoeken. Er zijn nog altijd de vaste exposities, maar de tentoonstellingen "Kijk eens in mijn schoolvak" en "De jarige school" lopen nog tot 4 november. Tijdens het eerste weekend van augustus staat zowel op zaterdag als op zondag (11-17) de rondwandeling op het museumprogramma. Daarbij kunt U op zondag bij voldoende belangstelling een zeiltocht maken met de Friese Snik. Een zeiltocht naar plekjes waar U anders niet komt. Voor meer informatie kunt U terecht bij de receptie van het museum. Trouwens in het museumcafé kunt U na/voor de rondwandeling terecht voor een uitstekend kopje koffie/thee.

vrijdag 12 juli 2013

Je moet toch als museum met de tijd mee gaan....

Een museum wil graag met zijn tijd mee gaan. Interactief zijn....Maar dan moeten er wel de nodige financiën voor beschikbaar zijn. En die waren er... Vandaar... Rondleidingen vanuit het museum Opsterlân kunnen in het vervolg zonder rondleider worden gemaakt. Al heeft een rondwandeling met een persoonlijke inbreng zeker zijn charme. Maar... Er moet ook altijd een vrijwilliger beschikbaar zijn. Dankzij een bijdrage van het Lammert Heeringa Fonds en de Provincie Friesland in het kader van het project Cultureel zw-Erfgoed heeft het museum de beschikking gekregen over tablets. Deze kunnen tijdens de wandeling zowel lezend als luisterend worden benaderd. Op dit ogenblik kan nog alleen de Wiebe Watzes route worden gelopen, maar het ligt in de bedoeling dat er meer routes op deze tablets worden gezet. De rondwandeling duurt ongeveer 3 kwartier. Start- en eindpunt is bij het museum aan de Hoofdstraat 59. Gorredijk was in de 17e eeuw al een rijke handelsplaats door de scheepvaart, de handel en de ambachten, belangrijk genoeg om het dorp door een schans te omringen tegen mogelijke vijanden, waarvan Bommen Berend er één was. De wandeling voert langs deze bezienswaardigheden en gaat door het centrum van het dorp en de belangrijke hoofdbrug. De routes die in de tablets zijn gezet door de vrijwilligers van het museum voeren o.a. langs de Boterwaag, overblijfselen van de schans en laten de grootte van de oude schans ervaren. Ook kom je langs de oude begraafplaats. Eventueel kan daarvan een sleutel worden meegenomen. Deze tocht is gemaakt voor gezinnen en voor leerlingen van de bovenbouw van het basis- en middelbaaronderwijs. Meer informatie bij de receptie van het museum. Denk er wel om een legitimatie is verplicht ivm het uitlenen van de tablets.

dinsdag 18 juni 2013

Het gebouw=Museum Opsterlân is jarig.

Onderwerp van de maand Tegen het eind van de 17e eeuw moet er in Gorredijk al sprake zijn geweest van een school. Al in oudheid was er sprake van 1660, maar waar de school heeft gestaan, vermeldt deze niet. Vermoedelijk aan één van de wallen. In 1805 werd er een nieuwe school gebouwd aan de lijnbaan. Er was meteen sprake van twee! lokalen. De school werd echter al snel weer te klein en men besloot op de grens van Gorredijk en Kortezwaag een nieuwe school te bouwen. In 1828 kwam die er. Bijna op de plaats waar nu het museum staat. Die school heeft het tot 1887 uitgehouden, maar toen kon het dan ook niet meer. "De leraren keken uit naar de nieuwbouw, want de 3 lokalen verkeerden in zeer slechte staat en de school was overbevolkt en er hing een bedorven lucht", zo meldden de kronieken. De nieuwe school werd een stukje verder naar achter gebouwd. De eerste steen werd gelegd op 1 september 1887 door wethouder S.G. Zwart. Dit naar een ontwerp van architect Jacobus Anthonie Meessen. Het gebouw werd gesticht als Openbare Lagere School, waar in eerste instantie ook U.L.O. onderwijs werd gegeven. De bouwkosten bedroegen 17.385 gulden en de laagste inschrijver was Jan Lubberts Eppinga uit Lippenhuizen. De U.L.O. verhuisde in 1920 naar een eigen gebouw aan de Stationsweg. De leerlingen van de lagere school hebben de prachtige trappen nog opgelopen tot 1955. Toen kregen ook zij een nieuw gebouw aan de Hendrik Ringenoldusstrjitte. Het gebouw kreeg een nieuwe bestemming en werd Openbare Leeszaal. In een ander gedeelte vestigde zich een huishoudschool. Ook het VVV heeft tot haar opheffing in het pand onderdak gehad. Op 15 september 1961 vond er de Oudheidkamer een plaatsje. Eerst als Natuurhistorisch Museum Zuid-Oost Friesland, later Streekmuseum Opsterlân. Nu heet het Museum Opsterlân en is de enige "bewoner". Het pand Hoofdstraat 59 staat op de lijst van Rijksmonumenten. Alleen de trap en de vensterkozijnen komen in aanmerking voor bescherming. De school heeft twee samengestelde zadeldaken en heeft een T-vorm. Op het dak liggen zwart geglazuurde Friese pannen. Op de aanzetstenen van de topgevels en op de tuiten zitten grote gietijzeren sierelementen. De topgevel van de linker zijgevel is nog oorspronkelijke fries en is de klimmende tandlijst aanwezig. Aan de rechterkant is dat niet meer het geval. De hoge ingangsdeur heeft nog houtsnijwerk en is voorzien van gietijzeren panelen. Vorig jaar (juli) werd het museum na twee grondige interne verbouwingen weer heropend.